Vraag van de leerkracht

Jun 03, 2025

Een jongen in mijn klas onderbreekt anderen voortdurend. Hij wil steeds zelf het woord nemen. Wat doe ik daaraan?

Portrait of cheerful hispanic student

Gesprekken voeren met anderen is verre van evident voor iemand met autisme. Er zijn verschrikkelijk veel ongeschreven, wisselende en erg subtiele regels waarmee je moet rekening houden. Bedenk dat die regels verscholen zitten in de context. Die context is erg bepalend over hoe en hoe vaak je iemand mag onderbreken, welke onderwerpen gepast zijn, hoe lang je mag doorgaan, of je al dan niet mag zwijgen, hoe lang je kan zwijgen zonder dat het ongemakkelijk wordt, enzovoort. Wie nog dacht dat dit gemakkelijk was voor iemand met autisme, think again. Dit is de reden waarom heel wat mensen met autisme een vaste rol kiezen binnen gesprekken. Ofwel stel je vragen, ofwel beantwoord je ze. Ofwel bepaal jij het onderwerp, ofwel sluit je aan bij het onderwerp van een ander. Ofwel luister je, ofwel praat je. Bedenk dus eerst en vooral dat deze jongen met autisme waarschijnlijk een heel goede reden heeft om anderen telkens te onderbreken. Dit wil niet zeggen dat je dit moet toelaten. Het wil wél zeggen dat je op zoek moet naar de reden van het gedrag als je dit gedrag wil bijsturen.

Iemand kan bijvoorbeeld anderen onderbreken om de controle te krijgen over het onderwerp van het gesprek. Dit komt bij mensen met autisme best vaak voor. Het kan egoïstisch overkomen maar is het in dit geval meestal niet. Controle over het onderwerp maakt gespreksvoering gemakkelijker en laagdrempelig. Als je het onderwerp feilloos beheerst, kan je je immers toeleggen op de andere uitdagingen van het gesprek zoals het afwisselend luisteren en praten, inschatten wanneer andere te onderbreken, actief luisteren, enzovoort. Dit is een belangrijke reden waarom kinderen en volwassenen met autisme het gesprek geregeld sturen richting een onderwerp dat hen vertrouwd is. De kennis over het onderwerp maakt gesprekken voeren met anderen een pak eenvoudiger. Denk hieraan wanneer je wil inzetten op leren gesprekken voeren. Neem bij aanvang een gekend onderwerp om voldoende energie te garanderen voor de genuanceerde regels van het gesprek. Door nieuwe(re) onderwerpen voor te bereiden, door tijd te geven om daarover kennis op te halen of te vergaren, door het inhoudelijke van het gesprek te visualiseren, zal deze jongen misschien minder snel anderen onderbreken. 

Voorbereidingstijd geven om een gesprek voor te bereiden kan ook helpen. Hierdoor krijgt de jongen met autisme meer overzicht over het gesprek waardoor hij meer aandacht en energie over houdt om zich te concentreren op de onvoorspelbare factoren van het gesprek. Soms gebeurt doe voorbereiding op papier. De vragen en onderwerpen die aan bod zullen komen, geef je op voorhand mee. Hoe lang het gesprek zal duren. Wie er wanneer aan bod zal komen. Of iedereen aan bod komt. Wat de toegelaten manieren zijn om te onderbreken. Of er een gesprekscoördinator wordt aangesteld. Wat je kan doen als je ideeën hebt, en het is niet jouw beurt. Door zulke gespreksregels duidelijk te maken, krijg je een inhoudelijk voller gesprek met meer mensen die zich aan de regels houden. 

Female teenager college student studying at home sitting at desk typing on laptop

Anderen zullen eerder gaan onderbreken om er zeker van te zijn dat ze zelf aan bod kunnen komen. Mensen met autisme kunnen het verloop van het gesprek niet altijd goed inschatten en voorspellen. Bovendien is tijdsbesef ook vaak moeilijk aan te voelen. Hierdoor kan iemand er voor kiezen om meteen in een gesprek in te breken op het moment dat er iets in zijn gedachten naar boven komt. De executieve functies spelen daarin een zekere rol. Je moet kunnen inschatten wat het verloop van het gesprek zal zijn om jezelf op de rem te zetten en te wachten op een ‘passend’ moment om tussen te komen. Deze executieve functies zijn in het geval van autisme niet altijd sterk waardoor dit in combinatie met andere factoren en voor kan zorgen dat een gesprek minder vlot loopt. 

Het kan ook zijn dat de leerling zeer associatief denkt, iets wat vaak voorkomt bij mensen met autisme, waardoor hij ook heel snel vergeet wat hij wilde zeggen of vragen. In dat geval is het natuurlijk veiliger om je vraag of bedenking meteen in het gesprek te gooien, los van de situatie. Dan kan je best voorstellen om vragen of bedenkingen meteen te noteren wanneer ze oppoppen en nadien een moment te voorzien waar deze gesteld kunnen worden. Zo vermijd je de angst bij de leerling dat hij dingen vergeet te zeggen of te vragen. En hoeft hij ze ook niet allemaal te onthouden waardoor hij zicht kan focussen op het verdere verloop van het gesprek. 

Inschatten van een passend moment om een gesprek te onderbreken, is meteen een volgende reden waarom iemand met autisme anderen vaak onderbreekt. Het is echt niet simpel om te weten wanneer het het juiste moment is om anderen te onderbreken. Er bestaan geen vastgelegde regels voor. Het is in elke context anders. Denk maar aan politieke debatten, waarin anderen onderbreken op een heel andere manier verloopt dan tijdens een oudercontact of een familiaal gesprek aan de keukentafel. Heel wat mensen voelen dat eenvoudig aan. Ze onderbreken intuïtief, op het juiste moment. Een pauze bij de gesprekspartner, een blik, een houding… het kunnen allemaal signalen zijn die toestemming geven om tussen te komen. Maar die signalen zijn subtiel, wisselend, vluchtig en veranderlijk. Het zijn vooral de gegevens van de context die bepalen wanneer onderbreken passend is. Dat dat moeilijk is voor iemand met autisme, staat buiten kijf. 

Iemand met autisme al deze zaken leren aanvoelen is een correctiedoelstelling die beide partijen frustratie zal opleveren. Je botst dan immers tegen de grenzen van de mogelijkheden aan. Wat wél kan is er voor zorgen dat gesprekken gestructureerd verlopen. Een duidelijk weergegeven structuur van het gesprek met een moment voor uitleg, vragen, beurtrol kan veel duidelijkheid bieden. Zo weet de leerling op voorhand wanneer er ruimte is waarvoor. Een gespreksleider die aanvankelijk de regels uitlegt, kan ook helpen. Soms kan het ook een geruststelling zijn dat je dingen kan noteren af aanduiden. Het is eveneens interessant om de geldende regels in een bepaalde context tijdens een bepaalde les bij een bepaalde leerkracht erg duidelijk en preventief te formuleren. Daardoor haal je heel wat vraagtekens en twijfels weg uit het hoofd van de ze leerling waardoor er weer meer ruimte is voor andere moeilijke gesprekselementen. Je kan gesprekken ook vereenvoudigen door de groepsgrootte te beperken. Hoe meer mensen deelnemen aan het gesprek, hoe complexer. Hoe minder, hoe eenvoudiger. Je kan tevens zorgen voor een voorbereiding op het gesprek. Wanneer de jongen een voorbereidende huistaak krijgt of even een aantal zaken over het onderwerp mag opzoeken voor het gesprek begint, kan deze voorbereiding helpen om het gesprek te volgen en gepast tussen te komen. Door hiermee rekening te houden kan je ervoor zorgen dat het vertrouwen en basisrust bij de leerling met autisme vergroot en het storende gedrag afneemt.